KAASBOERDERIJ

"DE ANNAHOEVE"

De bereiding van boerenkaas

Het kaasmaken begint 's morgens direct na het melken van de koeien. De melk wordt verwarmd tot ongeveer 30° C. De boer voegt zuursel en stremsel aan de melk toe. Na een half uurtje ontstaat een dikke massa. Deze wordt vervolgens in stukjes gesneden en geroerd. Daarbij komt een gele vloeistof vrij. Dit is de 'wei'. De achterblijvende stukjes gestremde melk noemt men 'wrongel'. De wrongel vormt de grondstof voor de kaas.

Na het roeren doet de boerin de wrongel in een kaasvat. Daarin wordt de kaas geperst. Na het persen volgt het zouten van de kaas. Dit gebeurt in een pekelbad. Zout is nodig voor de stevigheid, voor de houdbaarheid en natuurlijk voor de smaak van de kaas.

De temperatuur en luchtvochtigheid spelen een belangrijke rol bij de rijping van de kaas. Zo ook de temperatuur en luchtvochtigheid in de opslagruimte.

In boerenkaas - zitten belangrijke voedingsstoffen zoals vet, eiwit, kalk (calcium) en vitamines. Melkeiwitten in kaas zijn qua voedingswaarde vergelijkbaar met eiwitten in vlees. Calcium is - naast fosfor en natrium één van de belangrijkste mineralen in kaas. Zo'n 100 gram boerenkaas per dag is voldoende voor de dagelijks benodigde hoeveelheid calcium voor de gemiddelde Nederlander. Kaas bevat tenslotte vitamine B, A en D.

Productie